Dit hoofdstuk beschrijft onderdelen van STOP die relevant zijn voor het IMOW. Enkele dingen worden toegelicht vanuit OW-perspectief, omdat de samenhang met de STOP relevant is. Paragraaf 6.1 beschrijft de consolidatieinformatie uit een Regeling. In paragraaf 6.2 worden GIO’s beschreven. In paragraaf 6.3 staan regels voor het aanleveren van GML.
Zie [[STOP14]] en het [[CIMOP]] voor meer details.
In het STOP-deel van de aanlevering wordt ConsolidatieInformatie meegeleverd. De ConsolidatieInformatie bepaalt de tijdlijn van de regelingen en informatieobjecten die ontstaan uit een Besluit. Diezelfde tijdlijn geldt voor alle OW-objecten in de aanlevering
Figuur 11 toont de klasse 'Consolidatie-informatie' van het CIM-OP. Deze bevat de informatie die noodzakelijk is om de aanlevering te consolideren tot een Regeling. Voor IMOW zijn de volgende aspecten van belang:
- De klasse 'Beoogde regeling' bevat de identificatie van de te wijzigen Regeling. Deze identificatie en workIDRegeling in de OW-aanlevering moeten overeenkomen.
- De relatie 'doel' verwijst naar het doelId in de OW-aanlevering.
- Uit de klasse 'Tijdstempel' worden de geldigheidsgegevens van de OW-objecten afgeleid.
Bij het aanleveren van een besluit volgens STOP worden geografische objecten aangeleverd als GIO’s (geografische informatieobjecten). Dit is één van de twee soorten informatieobjecten die in STOP kunnen worden meegeleverd (de andere zijn PDF-documenten). Figuur 12 bevat het UML diagram van de 'GIO versie' uit het CIM-OP. Voor IMOW zijn de volgende aspecten van belang:
- Een 'Gio vaststelling' stelt een versie van een GIO vast. Hierin heeft iedere Geometrie een id attribuut in de vorm van een UUID. Wanneer in IMOW middels GeometrieRef naar een Geometrie wordt verwezen wordt deze UUID gebruikt.
- Sommige GIO's bevatten informatie over normen.
- Een 'Gio vaststelling' bevat 'Geografische context' die informatie bevat over de context ten opzichte waarvan het GIO is vastgesteld.
- FRBRWork en FRBRExpression bevatten de identificatie van het GIO.
- Een GIO bevat één of meer Locatie objecten. Deze Locaties komen niet overeen met OW:Locatie ook de naam van de locatie is niet rechtstreeks gekoppeld.
- Wanneer in aanlevering van GIO's meerdere keren exact dezelfde geometrie wordt gebruikt kan je in beide gevallen dezelfde UUID gebruiken. Het DSO zorgt er dan voor de geometrie slechts één keer wordt doorgeleverd.
- Indien er gebruik gemaakt wordt van groepen, dan dient iedere groep een symbolisatie te hebben (dit wordt vastgelegd in het vaststellingsdeel).
- Bij Norm-GIO’s dienen aanvullende gegevens vastgelegd te worden.
Indien er normen vastgelegd worden aan de OW-kant, dan bevat het GIO 'Norm informatie' en de Locaties van het GIO bevatten een 'Normwaarde'. Hiervoor geldt:
- Bij een kwantitatieve normwaarde bevat 'Eenheid ID' de eenheid van de normwaarde. Hier moet een URI ingevuld worden uit de waardelijst ‘Eenheid’.
- 'Eenheid label' bevat dan het label dat getoond dient te worden bij de eenheid.
- 'Norm ID': De URI uit de IMOW-waardelijst 'TypeNorm'.
- De naam van de Norm aan de OW-kant.
- De attributen 'Kwalitatief' en 'Kwantitatief' moeten overeenkomen met de gelijknamige kenmerken in OW.
- Hoewel de Geometrie gedeeld wordt tussen STOP en OW-objecten geldt dit niet voor de norm-gegeven. Deze worden dus twee keer uitgewisseld maar moeten wel met elkaar overeenkomen.
- Het is toegestaan om een geometrie die gebruikt wordt voor een Norm ook te gebruiken bij andere OW-objecten.
- Iedere normwaarde dient een symbolisatie te hebben, dit wordt vastgelegd in het vaststellingsdeel van het GIO.
OW Geometrie objecten worden aangeleverd via het GIO in GML. Voor de aangeleverde GML gelden de volgende regels:
- De GML-specificaties volgen de regels van de standaard Basisgeometrie [[Basisgeometrie]].
- Het bijbehorende GML applicatieschema Basisgeometrie.xsd is gepubliceerd op: https://register.geostandaarden.nl/gmlapplicatieschema/basisgeometrie/1.0.0/
- Voor aanlevering van het GML wordt gebruik gemaakt van GML 3.2.2 met Simple features profile 0.
- Coördinaatreferentiestelsel: Het is verplicht om de srsName in te vullen
op het hoogste niveau van een geometrie. Dat betekent dat van een samengestelde
geometrie, een multi-geometrie, alleen op het niveau van de samenstelling de
srsName verplicht is ingevuld. Invul-instructie:
- RD stelsel (2D): srsName="urn:ogc:def:crs:EPSG::28992"
- ETRS89 (2D): srsName="urn:ogc:def:crs:EPSG::4258"
- Voor implementatie in GML zijn er aanvullende specificaties als het gaat om het invullen van een gml:id attribuut. Dit gml:id attribuut heeft geen informatiewaarde maar is nodig om interne en externe referenties te realiseren voor gebruik binnen het gml formaat. Voor de GML 3.2.1 was dit een verplicht element maar voor GML 3.2.2 is dit optioneel. Indien de optionele gml:id wordt toegepast dient deze globaal uniek te zijn en mag de waarde conform de gml specificaties alleen met een letter of een underscore beginnen.
- Coördinaten opgenomen bij een geometrie
worden standaard uitgewisseld met een nauwkeurigheid van 1 mm of het
equivalent daarvan in graden. Voor RD, NAP en ETRS89 komt dat overeen met de
volgende nauwkeurigheden:
- RD in meters 3 decimalen (1 mm);
- NAP-hoogte in meters 3 decimalen (1 mm);
- ETRS89-breedte in graden 8 decimalen (1,1 mm)
- ETRS89-lengte in graden 8 decimalen (0,7 mm)
- ETRS89-hoogte in meters 3 decimalen (1 mm)
Het functioneren van de landelijke voorziening wordt gewaarborgd door geometrie die ver buiten Nederland en exclusieve economische zone ligt te weigeren.
Regel: Alle geometrieën in een omgevingsdocument moeten liggen binnen de geometrie van Nederland met inbegrip van de exclusieve economische zone (EEZ).